Oraal-
scribaal- imprimaal-digitaal. Dat is de lijn waarlangs zich de
informatievoorziening heeft voltrokken sinds mensen met elkaar begonnen te
communiceren. Steeds is er een nieuwe communicatiemogelijkheid bijgekomen. De
andere zijn gebleven, maar kregen een gewijzigde rol.
Manuel Castells, de auteur
van de trilogie “The Information Age” beschrijft de overgang naar
een nieuwe informatietechnologie als volgt:
“What
is distinctive of the new social structure is that most dominant processes
organizing power, money and wealth are organized in “the space of flows”, whereas
most human experience and meaning are still locally based.” (1)
Deze “space of flows” is een nieuw en opmerkelijk fenomeen. De belangrijkste krachten van onze maatschappij -geld, politieke macht en media- bevinden zich in deze space of flows.
Deze “space of flows” is een nieuw en opmerkelijk fenomeen. De belangrijkste krachten van onze maatschappij -geld, politieke macht en media- bevinden zich in deze space of flows.
Nieuw
aan de Information Age is de inzet van informatietechnologie die het mogelijk
maakt om de kern van de economie te laten werken als één geheel. Terwijl we
slapen, eten en onze dagelijkse werkzaamheden uitvoeren is ons geld betrokken
in talloze transacties over de hele wereld en wordt het meer of minder waard,
afhankelijk van politieke uitspraken van regeringsleiders,
afhankelijk van het geloof dat mensen stellen in hun handelen, of in geruchten. Hierdoor is informatie de belangrijkste
bron van macht en rijkdom geworden. De mogelijkheid om de gedachten van mensen
te beïnvloeden, de manier van denken te veranderen, dat is de werkelijke bron
van macht in deze tijd, aldus Castells. (2)
To be connected, daar gaat het dus om. Groepen mensen die niet aangesloten zijn op de global economy worden volgens Castells irrelevant en overbodig: zij zijn niet beïnvloedbaar. Het maakt niet meer uit of ze bestaan en ze worden tot een sociale onderklasse.
To be connected, daar gaat het dus om. Groepen mensen die niet aangesloten zijn op de global economy worden volgens Castells irrelevant en overbodig: zij zijn niet beïnvloedbaar. Het maakt niet meer uit of ze bestaan en ze worden tot een sociale onderklasse.
“Many
people are simply irrelevant from the point of view of the system. They have no
value as producers, not through education, and at the same time, because they
are poor, they also have no value as consumers. If they’d disappear it would be
better from the point of view of the system. For some people, the last thing
they have is their street. And if you cross the line without their permission,
you’re violating their last remnants of dignity” (3).
Castells onderscheidt de elite van creatieve mensen die met elkaar zijn verbonden, de groep die sociaal worden buitengesloten (2/5 van de mensheid leeft op een inkomen van minder dan $ 2 per dag) en de middenklasse in Europa en de VS met een gewone baan en een redelijk voorspelbaar leven. Juist deze groep, die nog wel tot de consumenten gerekend kan worden, zal een transformatie meemaken in haar werkzaamheden: de voorspelbaarheid zal verdwijnen. In de mondiale netwerkmaatschappij worden continu andere netwerken gevormd, zullen mensen steeds van werk veranderen, zullen de taken steeds anders zijn en zullen steeds andere eisen worden gesteld. De informatie-economie rekent af met burgerlijkheid, maakt een einde aan voorspelbaarheid. De wereld die we gewend waren, verdwijnt. We zullen onszelf moeten leren om ons te herprogrammeren. Dit stelt andere eisen aan het leerproces en aan de manier waarop we met kennis, gesublimeerde informatie, wat weer veredelde data is, omgaan.
Castells onderscheidt de elite van creatieve mensen die met elkaar zijn verbonden, de groep die sociaal worden buitengesloten (2/5 van de mensheid leeft op een inkomen van minder dan $ 2 per dag) en de middenklasse in Europa en de VS met een gewone baan en een redelijk voorspelbaar leven. Juist deze groep, die nog wel tot de consumenten gerekend kan worden, zal een transformatie meemaken in haar werkzaamheden: de voorspelbaarheid zal verdwijnen. In de mondiale netwerkmaatschappij worden continu andere netwerken gevormd, zullen mensen steeds van werk veranderen, zullen de taken steeds anders zijn en zullen steeds andere eisen worden gesteld. De informatie-economie rekent af met burgerlijkheid, maakt een einde aan voorspelbaarheid. De wereld die we gewend waren, verdwijnt. We zullen onszelf moeten leren om ons te herprogrammeren. Dit stelt andere eisen aan het leerproces en aan de manier waarop we met kennis, gesublimeerde informatie, wat weer veredelde data is, omgaan.
Deze
kennis wordt thans op een andere manier opgeslagen en toegankelijk
gemaakt. Het is niet meer vanzelfsprekend dat een document wordt opgeborgen in
een brandvrije kluis in het kantoorgebouw. Documenten maken ook deel uit van de
space of flows, bevinden zich op interne en externe netwerken, zijn virtueel
geworden en bestaan niet meer in fysieke, tastbare vorm. Documenten veranderen
daardoor van karakter. De informatie is een stroom bits en bytes, die via
patronen aan elkaar zijn gerelateerd. Ze zijn te reproduceren als voice mail of
e-mail, uitwisselbaar van schrift naar spraak en omgekeerd. Documenten
worden teruggebracht tot informatie- of tekstblokken, tot vastleggingen van
transacties in datasystemen.
Maar
informatie die dient als recht en bewijs zal toch op enige betrouwbare en
duurzame wijze moeten worden vastgelegd. Informatie kan pas dan in een duurzame
vorm bestaan indien zij op enig medium is opgeslagen, ongeacht of dit medium nu
een plankje is, klei, papyrus, vinyl of een metaalfolie. Gaat deze fysieke
basis verloren, dan gaat ook de informatie verloren. We zijn immers geen acteur
uit de oudheid die via stanza, rijm en mnemotechniek duizenden dichtstrofen kon
onthouden en reproduceren en deze kon doorgeven, van vader op
zoon, moeder op dochter, aan latere geslachten. Afgezien van de vraag of ons verhaal wel de
waarheid is: een afspraak leggen we nog het liefst duidelijk en duurzaam vast,
ondertekend door twee (al dan niet elektronische) handtekeningen.
Informatie
gaat ook verloren, indien zij wel op een duurzame basis is opgeslagen, maar
niet meer wordt teruggevonden. Een document, opgeslagen op een hard disk onder
een verkeerde naam in een directory waarin het niet verondersteld hoort wordt
niet meer teruggevonden en is dus kwijt, tenzij we beschikken over krachtige
zoekmethoden die full-text documenten kunnen doorzoeken. Het zal dan echter nog
een lastige klus zijn om het document terug te vinden: hoe groter de hooiberg
gegevens, des te moeilijker de speld aan informatie te vinden zal zijn. En die
hoeveelheid gegevens waaruit we putten, wordt steeds omvangrijker, al dacht
Bill Gates hier ooit anders over (4).
Digitalisering komt op ons af en verandert ons leven. Het verandert – wat we met Theo Bemelmans (5) noemen- de verdelingskarakteristiek van de informatie. Wat we openbaar willen maken komt op het Internet of haar opvolger, de besloten informatie wordt door passwords beschermd en is slechts voor bevoorrechten toegankelijk.
Digitalisering komt op ons af en verandert ons leven. Het verandert – wat we met Theo Bemelmans (5) noemen- de verdelingskarakteristiek van de informatie. Wat we openbaar willen maken komt op het Internet of haar opvolger, de besloten informatie wordt door passwords beschermd en is slechts voor bevoorrechten toegankelijk.
Dit
betekent dat archivaris, bibliothecaris en documentalist een andere positie
moeten kiezen en moeten toegroeien naar een nieuwe rol van
informatiespecialist, informatieprofessional, informatiemakelaar,
informatieregisseur, informatiebemiddelaar, informatiemanager, of cybrarian van
de virtual library. (6) De veelheid aan termen die momenteel binnen het vakgebied ontstaan geeft aan in
welke turbulentie het verkeert.
(dit schreef ik in 2001 als voorwoord op mijn thesis "Document van verandering". Ik kwam het vanochtend tegen: het lijkt me nog steeds actueel).
1. Manuel Castells, The Information Age: Economy, Society and Culture, volume III- End of the Millennium. (New York 1998).
2. Bregje van der Haak ‘De
Nieuwe Wereld, interview met Manuel Castells’
VPRO-televisie, september 1998.
3. Idem.4. Bill Gates ‘640K ought to be enough for everybody’ (Uitspraak, gedaan in 1981).
5. Th. J. Bemelmans, Bestuurlijke informatievoorziening en automatisering. (Deventer 1984).
6. De benaming komt van Michel Bauwens, Europees Special Librarian of the Year 1993.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten