zaterdag 12 november 2022

Datahygiëne draagt bij aan vermindering CO2-uitstoot

[Dit artikel werd eerder door mij gepubliceerd in Zeeland Business Magazine, maar blijft actueel. Digital Cleanup Day vindt in 2023 plaats op 18 maart, zie https://www.digitalcleanupday.org/ ]

Het verminderen van de CO2-uitstoot is één van de hoogste prioriteiten van de samenleving. Iedereen kan aan de oplossing van dit probleem bijdragen.

Overheden en bedrijven beheren informatie. Steeds vaker wordt gekozen voor digitale informatieopslag. Deze opslag zal dan grotendeels in de cloud plaatsvinden op servers van leveranciers, nu grote spelers in de markt geen andere software meer gaan aanbieden dan cloudsoftware, met de opslag van de data in diezelfde, sterk beveiligde, omgeving.

We hebben tot nu toe weinig oog gehad voor de ecologische gevolgen van het digitaal databeheer. Recente studies geven aan dat 1 terabyte aan data in de cloud wel 2 ton CO2-uitstoot genereert. Willen we dit neutraliseren, dan moeten we hiervoor 100 nieuwe bomen planten. Een juist geplante boom neemt 20 kilo CO2 per jaar op. Olifantsgras, waarmee onder andere rondom Schiphol wordt geëxperimenteerd, echter vier keer zoveel. 

Overheden dienen conform wettelijke voorschriften hun archieven in goede, geordende en toegankelijke staat te bewaren. Ook bedrijven zullen dit moeten doen op basis van onder meer het Burgerlijk Wetboek en de Belastingwetgeving en om de bedrijfsvoering zeker te stellen. Dit houdt in dat zij data, waarvan de opslag geen enkel doel meer biedt, in het kader van onder meer de AVG moeten vernietigen. Overheden proberen aan deze wettelijke verplichting te voldoen door de toepassing van gespecificeerde archiefselectielijsten met kracht van wet. Zij noch het bedrijfsleven hebben oog voor de enorme databergen die onnodig worden bewaard.

Studies, waaronder het Veritas Databergrapport uit 2016, tonen aan dat in mailboxen, op persoonlijke en gemeenschappelijke schijven en in procesapplicaties zich veel overbodige, dubbele en onbekende informatie bevindt. 80 tot 90% van deze data kan, of zelfs moet, worden verwijderd zonder dat de informatiekracht van de data teniet wordt gedaan. Integendeel: verwijdering van overbodige gegevens zou de informatievoorziening in organisaties zelfs dramatisch kunnen verbeteren en het beheer vereenvoudigen: wat niet beheerd hoeft te worden kost geen tijd, energie, opslagcapaciteit en servers. Organisaties komen doorgaans niet toe aan het bepalen welke data verwijderd kan en moet worden; daardoor blijft veel te veel data bewaard.

De gevolgen hiervan zijn voor het klimaat bedenkelijk. Wanneer bijvoorbeeld bij 3900 overheidsorganisaties. gemiddeld 2 TB aan overtollige informatie in de Cloud kan worden gereduceerd, levert dit een jaarlijkse besparing van 7.800 ton aan CO2, wat gelijk staat aan een compensatie met 390.000 bomen per jaar. Let wel: het gaat hierbij om data in de Cloud; wanneer eigen servers worden gebruikt, geldt één tiende van deze hoeveelheid.

Daarnaast telt Nederland rond de 1,8 miljoen bedrijven. Stel hier de mogelijke gemiddelde reductie op 1 TB, dan is de mogelijke jaarlijkse uitstootbesparing 3.600.000 ton CO2, te compenseren met het planten van 180.000.000 bomen. Let wel: voor data die zich niet binnen de cloud bevindt, is dit 1/10e , dus 18 miljoen bomen. Nu worden ook de enorme besparingen in het Veritasrapport aannemelijker.

Maar niet alleen de CO2-uitstoot vormt hier het probleem. Ook de energievoorziening die nodig is om al deze data beschikbaar te houden zal ons dwingen om onze data te gaan opruimen. Een recente studie van de ING-bank geeft aan dat in 2030 meer dan 30% van onze energievoorziening nodig zal zijn voor digitaal dataverkeer en -opslag. Nu al wordt geen nieuwe uitbreiding met datacenters in de regio Amsterdam toegestaan omdat dit het energieverbruik van de stad in gevaar brengt. We zullen in de toekomst gaan vechten om elektriciteit, nu windmolens dan wel voorzien in 10% van de energieproductie, maar deze hele productie nodig is om de datacenters te koelen en informatie rond te pompen van en naar onze computers. Dit terwijl we elektrisch willen gaan rijden, onze huizen in de winter willen verwarmen en ’s zomers meer zullen koelen door de opwarming: we gaan steeds meer energie gebruiken.

Weinigen beseffen dat het gebruik van een telefoon, waarmee gesurfd wordt op het internet, even veel stroom verbruikt als een modale koelkast als we een filmpje bekijken. De Guardian meldde op 26 november dat alleen al in Groot Brittannië per dag 64 miljoen onnodige “dank je wel” e-mails worden verzonden wat gelijk zou staan aan een emissie van 16.433 ton aan CO2 per jaar (821.000 jaarlijks te planten bomen). Informatie- en communicatietechnologie vragen vandaag de dag al 1500 terawattuur, dat is 10% van de wereldwijde electriciteitsproductie. Het streamen van muziek werd in 2016 al op 350 miljoen kilo CO2-uitstoot geraamd.

Als we bij onszelf nagaan hoeveel data we persoonlijk in de cloud hebben, dan wordt het tijd om een grote opruimactie te gaan houden in Nederland, niet alleen bij overheden en bedrijven, maar ook in persoonlijke digitale verzamelingen in de cloud. Alleen al het weggooien wat we niet meer nodig hebben is de moeite meer dan waard.

Overheden kunnen hierin een voorbeeld vormen en met enige inspanning komen tot een aanzienlijke datareductie, zonder dat dit de toegankelijkheid of het beheer van informatie zal bemoeilijken. We kunnen niet om datahygiëne heen: het is dringend noodzakelijk om in alle digitale omgevingen waar we werken, uitsluitend die informatie te bewaren die we ook werkelijk nodig hebben, vanuit welk gezichtspunt dan ook, en overbodige data te verwijderen. Daarbij zou gezocht moeten worden naar alternatieven van dataopslag, waarbij microfilm zich aandient als een betrouwbaar medium: de houdbaarheid daarvan wordt honderden jaren gegarandeerd (zie het Arctic World Archive, een initiatief van de Europese Commissie). Veel informatie wordt bewaard en nauwelijks meer geraadpleegd; het zou een goed alternatief zijn om deze informatie op microfilm te plaatsen en pas als een ruimer gebruik noodzakelijk is, deze te digitaliseren. Over bewaarstrategieën later meer.