zondag 14 mei 2017

Duurzame cyberaanvallen


tekening: bange mens

De vraag of een digitaal archief duurzaam kan worden beheerd is uiterst relevant, maar moeilijk te beoordelen. Digitale archieven zijn er nog niet zo lang en inmiddels weten we dat wat digitaal is, in principe niet duurzaam is. Informatie wordt opgeslagen op magnetische informatiedragers die maar een beperkte houdbaarheidstermijn hebben. Dit betekent dat we moeten organiseren dat informatie regelmatig wordt gemigreerd naar andere informatiedragers. Digitaal archiveren is dus een kwestie van organiseren.
Digitale informatie kent vele bedreigingen. Zonder dramatisch te willen doen is informatie slechts één password verwijderd van degene die de informatie wil inzien. Hackers hebben aangetoond dat passwords te kraken zijn. Steeds blijkt het mogelijk dat wat de mens als beveiligingsmaatregelen bedenkt, door een andere vindingrijke mens kan worden gekraakt. Zo is het, zo zal het blijven. Lees het boek “Komt een vrouw bij de hacker” van Maria Genova en u zult schrikken hoe snel argeloosheid en naïviteit worden bestraft.

De week dat ik deze column schrijf zijn wereldwijd weer duizenden computers gegijzeld door cyberaanvallen met ransomware. Bestanden worden dan versleuteld en wil je je gegevens terug, dan moet je betalen.

Al enkele jaren pleit ik in mijn lessen voor meer aandacht voor microfilm. Ik voer daarin ook Brewster Kahle aan, die onlangs weer waarschuwt tegen een 1984-scenario (http://bit.ly/2pKL7lV) . “If we allow those who control the present to control the past, then they control the future” zegt hij. Brewster Kahle, de uitvinder van The Internet Archive, is al enkele jaren geleden begonnen met het scannen van boeken en bewaart deze boeken, met een nummer om ze te kunnen terugvinden, in zeecontainers. Waarom? Om te kunnen terugkeren naar de basistekst, want er komt wellicht een tijd dat een President bepaalde teksten naar zijn hand zal gaan zetten en wij niet meer weten wat een auteur oorspronkelijk bedoelde. Wat is true en wat is alternate: het wordt nu al steeds moeilijker om te onderzoeken wat waar is en wat onwaar.

Daar is een oplossing voor, wat tekstbestanden en tekeningen betreft. We kunnen deze opslaan op microfilm en ze via een standaardmethode bewaren. Microfilm heeft zijn bruikbaarheid bewezen in het verleden. Het is gestandaardiseerd, compact, gaat 200 jaar mee als het goed wordt behandeld en is over te zetten in elk toekomstig systeem. Er zijn geen speciale versleutelingen voor nodig om de film te kunnen lezen, buiten de inhoudsopgave van de film, die mee gekopieerd wordt op de eerste beelden.
Het maken van een microfilm is vele malen goedkoper dan het maken van erfgoedkopieën. Je kunt een film laten maken aan de hand van de computeroutput die je maakt in een digitaliseringsproces. Zo worden gegevens voor de toekomst veilig gesteld. Je zou zelfs hele bestanden, die bewaard worden om het bewaren maar die nooit worden geraadpleegd (en elke archivaris kan er wel aanwijzen) op microfilm zetten en pas digitaal maken wanneer daarom wordt gevraagd: de film in een machine zetten, digitaal maken en gebruiken, film terug in de kast. Scheelt aanzienlijk in de beheerskosten om de digitale informatie bruikbaar te houden.

Alleen maar voor het geval dat? We zouden microfilm als serieus medium moeten gaan meenemen in onze overlevingsstrategie, die voor digitale informatie bitter noodzakelijk is. Omdat digitale informatie weerloos is. En wilt u uzelf erin verdiepen dan zijn hier twee aanknopingspunten:  http://bit.ly/2refALp , http://bit.ly/2repNau , maar op meerdere plaatsen zie ik de belangstelling voor microfilm terugkomen.

Een citaat uit het eerste document, het Digital Curation Reference Manual uit 2011: Drawing on risk management perspective, this installment introduces the complementary role that microfilm, in particular computer output microfilm (COM), can play within the broad spectrum of the digital preservation domain.


En, met het mannetje dat u in de reclameblokken steeds waarschuwt tegen huisinbraken: “ik blijf het zeggen hoor!”