vrijdag 17 juni 2011

de i-overheid en e-governance

In het recent verschenen rapport iOverheid wordt een onderscheid gemaakt tussen twee verschillende perspectieven op de digitale overheid.
In het ene perspectief "denkt en handelt de e-overheid vanuit applicaties, wil hij digitalisering vooral inzetten voor het verbeteren van de dienstverlening, en is hij optimistisch over de mogelijkheden van techniek ten behoeve van beleid en uitvoering", aldus de website.
Het andere perspectief neemt de informatiestromen als uitgangspunt. “Informatiestromen die zich een weg banen binnen en tussen de verschillende overheden. Over de grenzen van beleidsterreinen heen. Over de grenzen ook die publieke en private sector scheiden.”
Dit wordt de i-Overheid genoemd.

Het rapport rapporteert de snelle groei van een kluwen van informatiestromen op alle niveaus van overheden. Deze ontwikkelingen worden door de overheid niet gezien, niet beoordeeld en dus ook niet gestuurd. Zolang de informatiekluwen buiten het zicht van de politiek blijft zal ze zich onbelemmerd voortzetten, mede door de initiatieven van diezelfde politiek in het kader van de e-overheid.

Het rapport signaleert de volgende tendenzen.
1) function creep, waarbij een oorspronkelijke functie van een informatienetwerk zich geleidelijk en ongecontroleerd uitbreid, bijvoorbeeld door systemen met verschillende functies te koppelen.
2) informatiestromen overschrijden grenzen tussen de publieke en private sector.
3) Binnen de overheid vervaagt de scheiding tussen beleidsterreinen en informatie wordt voor andere doeleinden gebruikt dan waarvoor het oorspronkelijk verzameld is.

Bij het delen van informatie wordt deze buiten haar oorspronkelijke context hergebruikt met risico voor de burger en voor de overheid. De verantwoordelijkheid voor de kwaliteit en de betrouwbaarheid van de informatie is achtergebleven bij deze ontwikkelingen.

Ontwikkelingen op het gebied van informatie en systemen worden gemotiveerd vanuit ideeën en verwachtingen over efficiëntie, effectiviteit, veiligheid, privacy en transparantie. De WRR maakt daarbij een onderscheid tussen stuwende, verankerende en procesmatige beginselen.
Stuwende beginselen zoals veiligheid, effectiviteit en efficiency leveren de motivatie om ICT in te zetten. Verankerende beginselen vormen een tegenwicht voor de stuwende principes en moeten vrijheden en individuele autonomie borgen. Transparantie en accountability zijn de procesmatige beginselen die ervoor moeten zorgen dat de afweging tussen de stuwende en verankerende uitgangspunten inzichtelijk en toetsbaar is.
“De opeenstapeling van ad-hocbesluiten over nieuwe technieken, het ontbreken van een besef van het ontstaan van een iOverheid en het gebrek aan debat daarover, maken dat de iOverheid zich als het ware ‘grenzeloos’ ontwikkelt.” Er worden geen grenzen aan deze ontwikkeling gesteld ‘omdat niemand zich de hoeder voelt van dit geheel'. Door de ongebreidelde onderlinge verknoping van informatie(netwerken) is het niet meer altijd duidelijk wie welke verantwoordelijkheid heeft en kunnen burgers en organisaties waaronder de overheid zelf verstrikt raken in de kluwen.

In het rapport iOverheid -op 15 maart aangeboden aan minister Donner- analyseert de WRR de verhouding tussen burger en overheid tegen de achtergrond van de informatisering van de samenleving en de overheid. Wat betekent de inzet van ICT in beleid en beleidsuitvoering voor deze relatie en wat zijn de gevolgen voor het functioneren van de overheid zelf? De Verwijsindex Risicojongeren, het Elektronisch Patiëntendossier, het biometrisch paspoort, gegevensuitwisseling tussen organisaties én over de landgrenzen en het gebruik van digitale profielen van burgers in beleid: allemaal nieuwe mogelijkheden voor beleidsmakers dankzij de inzet van ICT. Ten gevolge van deze inzet is een digitale realiteit ontstaan die invloed heeft op de bestaande structuur en de verantwoordelijkheden van de overheid.

Het rapport signaleert dat ‘het bredere perspectief van de iOverheid en een zorgvuldige toetsbare afweging tussen de verschillende beginselen ontbreekt binnen het Nederlandse politiek-bestuurlijke debat’.

De volgende ontwikkelingen vereisen volgens de WRR specifieke aandacht: 1) het vernetwerken van informatie. 2) het samenstellen en verrijken van informatie, en 3) het voeren van preventief beleid op basis van informatie.
De zorgvuldige en toetsbare afweging tussen de stuwende, verankerende en procesmatige principes moet zo expliciet mogelijk plaatsvinden op alle niveaus, met betrekking tot aanschaf van een applicatie, maar ook in het kader van het NUP en de basisregistraties.
Het probleem is echter dat de kern van de iOverheid schuilt in de samenhang van informatiestromen en netwerken, en juist op dat punt geldt dat er geen organisaties zijn die zich om het geheel (kunnen) bekommeren.

Tijd voor e-governance.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten