Met plezier lees ik elke maand het blad Ode,dat zich een blad voor intelligente optimisten noemt (www.ode.nl, een proefnummer van drie exemplaren voor € 10,-). Onderwerpen waarover het blad handelt: gezondheid, spirituele ontwikkeling, duurzaamheid, innovatie en leven.
In het aprilnummer van 2011 staat een interview met Ivan Wolffers, buitengewoon hoogleraar Gezondheidszorg en Cultuur aan de Vrije Universiteit van Amsterdam en auteur van het boek Gezond: De mens, zijn gezondheid en de gezondheidszorg. Hij geeft -over de gezondhiedszorg- opmerkelijke feiten over hoe informatie uiteindelijk wel of niet bij de belanghebbende aankomt.
Sommige deskundigen maken zich zorgen over de overvloed van tegengestelde informatie, die mensen in de war brengt. Ontvangers van informatie vormen hun eigen beeld: niet alleen het gegeven dat longkanker hartfalen kan veroorzaken, maar ook dat iemand een grootvader heeft gehad die zijn hele leven lang heeft gerookt en 'nooit iets heeft gehad' wordt onthouden; ieder maakt een eigen mix van deze gegevens.
Informatie alleen leidt dus op gezondheidsgebied niet tot de gewenste gedragsverandering, daar zijn andere prikkels voor nodig. Geen wonder dus dat campagnes mislukken waarin alleen informatie wordt verstrekt: het is vaak de foute informatie voor de beoogde doelgroep.
Informatie moet bij je hele levensstijl en culturele achtergrond passen. "de informatie die ik krijg is niet voor mij bestemd, maar voor anderen" is het idee. Informatie moet volgens Ivan horen bij de beleving van de eigen autobiografie. De meeste boodschappen die mensen krijgen vinden ze niet voor hen bedoeld en worden daarom genegeerd. "En als ze toch voor hen bedoeld lijken te zijn, voelen ze zich beledigd, geïntimideerd, gediscrimineerd." De meeste campagnes bereiken mensen die het al lang weten, niet degene die een gezondheidsrisico loopt.
Belangrijk is daarom te weten wat mensen ertoe beweegt om slechte voedingsgewoonten te veranderen. Wolffers noemt de volgende motivaties: het resultaat van gedragsveranderingen moet zichtbaar worden, het gevoel van eigenwaarde moet worden gestimuleerd en snel resultaat zorgt ervoor dat mensen zorgen dat ze nog beter hun best gaan doen: je moet jezelf wijsmaken dat je het kunt en daar steeds zelfbevestiging in vinden.
Verder moet je nieuwe gedragselementen zorgvuldig inpassen in je eigen autobiografie. Je moet het evenwicht verschuiven in je leefstijl en dat kost veel moeite en tijd. Het levert een voortdurende strijd op met de omgeving waarin we leven.
Wanneer je partner meeverandert is een enorme stimulans voor het slagen van verandering. Je ontwikkelt zo zelfs een eigen, nieuw netwerk. Binnen dat nieuwe netwerk kun je jezelf een nieuwe identiteit geven. Je hoort bij een nieuwe groep, terwijl je het idee hebt dat er niet eens zo veel verandert: je bent immers altijd een hardloper geweest (en als ik niet kan rennen voel ik me rusteloos, nutteloos en compleet waardeloos). Je zult daarom ook de leefomgeving moeten beïnvloeden: daar vinden de veranderingen blijvend plaats. Dus is de volgorde: laat de mens eerst zijn gedrag veranderen en verander dan de leefomgeving om de ingeslagen weg te kunnen volhouden.
Gezond zijn zou dus moeten worden voorgesteld als vanzelfsprekendheid. De omgeving dient daarom gezonde keuzes voor de hand te laten liggen. Steden moeten zo ingericht worden dat het bewegen wordt gestimuleerd. We moeten zorgzamer worden, meer aandacht krijgen voor de manier waarop producten worden gemaakt: mindfullness op het gebied van de gezondheid.
Informatievoorziening, gedragsveranderingen..... zie je de overeenkomsten met dit verhaal?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten