woensdag 19 oktober 2016

Woody Forest Horton, informatie als resource

foto: dr. Forest "Woody" Horton

Professor Forest Horton was zijn tijd vooruit. Samen met Cornelius C. Burke schreef hij InfoTrends, dat in de jaren zeventig inging op nieuwe ontwikkelingen in de informatievoorziening. Later gaf hij zijn ideeën rondom het beheersen van informatie weer in een tweede boek[1] en introduceerde een nieuwe term: information resources management (hierna: IRM). Ik heb het vak jaren met veel plezier gedoceerd op de Erasmus Universiteit/Business School.

IRM richt zich op het belang van informatie voor de orga­nisatie. Informatie wordt beschouwd als een hulpbron met dezelfde waarde als arbeid en kapitaal. Informatie dient volgens Horton op dezelfde manier te worden beheerd als andere hulpbronnen. Het doel van information resour­ces management is het beheren van gegevens met het doel deze te leveren aan de gehele organisatie, door informatiebronnen te gebruiken, te ontwikkelen, te beheersen, in stand te houden en te opti­maliseren. Het is een overkoepelend begrip dat ook het beheer van de informatiehulpmiddelen zoals de computer, de software, interne zowel als externe databases omvat, in welke vorm en hoedanigheid deze ook voorkomen.

De belan­gen van een orga­nisatie zijn verwoord in een missie, waaruit doel­stellingen worden geformuleerd. IRM moest de link zijn die de infor­matiebronnen met de doelstellingen van de organisatie verbindt, aangezien managers met de informatie die IRM hun levert be­leidsbeslissingen kunnen nemen. Informatie volgt immers de werkzaamheden en vloeit uit de werkzaamheden voort. Daar­toe dient deze informatie te worden geïnventariseerd, dienen voorwaarden te worden ge­definieerd hoe ze wordt beheerd, dienen kosten en waarden te worden bepaald en verantwoordelijkheden voor het beheer te worden vast­gelegd.

Het concept IRM ontstond aan het eind van de zeven­tiger ja­ren van de vorige eeuw in de Verenigde Staten van Amerika. Omdat managers ontevreden waren met  hun informatievoor­ziening deden management informatiesystemen hun intrede. Aangezien deze systemen echter uitsluitend betrek­king hadden op gestructu­reerde informatie, bleken zij geen volledige oplossing te bieden voor de problematiek: veel informatie was immers opgeslagen in officiële en onofficiële archieven, afdelingsarchieven, werkarchieven, schaduwarchieven, persoonlijke bestanden en interne- zowel als externe bibliotheken. Is er veel veranderd in de afgelopen decennia? Er was een strategie nodig om het management ervan bewust te maken om de verschillende gegevensbestanden met de bijbehorende technologie tegen elkaar af te wegen, te zorgen dat er een verband bestond en dat systemen met elkaar konden communiceren. Zo werd het concept information resources management geboren. Hor­ton meende in 1979 dat de Ameri­kaanse over­heid een beroepsstandaard voor infor­ma­tiema­nagers zou moeten ontwikkelen. Hij wees erop dat infor­matie een steeds com­plexer, dure 'resource' was gewor­den. Horton plaatste IRM in het breder raamwerk van informa­tiemanage­ment. 

Dr. Horton ontwikkelde een methode om met behulp van een softwareprogramma een informatiekaart te vervaardigen van een bepaalde organisatie of organisatieketen. De doelstellingen die hij hierbij voor ogen had waren in te delen in de volgende categorieën:

a. inventarisatie:
- van alle infor­matie­bronnen waarvan men bij de orga­nisa­tie­on­derdelen gebruik maakt;
- van de manier(en) waarop deze informatiebronnen te reproduceren zouden zijn: dus hoe waren  de informatiebronnen toegankelijk gemaakt of te maken (bij digitale informatiebronnen was dit uiterst belangrijk, aangezien hiervoor steeds hardware nodig is om het informatiebestand te bewaren en software om de informatie te kunnen bekijken en te laten reageren op zoekvragen);
- voor welke doeleinden informatie werd en wordt gebruikt, welke informatieproducten worden gemaakt door de combinatie van zoekvragen en gegevensbestand.

b. analyse van de te combineren gegevens, en

c. verbetering: het geven van aanbevelin­gen om tot een optimaal ge­bruik en beheer van de informatiebronnen te komen.

Veel organisaties hebben inmiddels een documentair structuurplan. Een dergelijk plan omvat een overzicht van de informatiebestanden en karakteristieke gegevens over de wijze waarop deze zijn opgeslagen en toegankelijk gemaakt. Een meer omvangrijke variant, die overeenkomst met het bovenstaande idee van information resources management, inventariseert alle informatiebestanden, uitgaande van het idee dat alle gegevens in een organisatie zorgvuldig dienen te worden beheerd, of zij nu één maand, één jaar of vijftig jaar dienen te worden bewaard. Het DSP in uitgebreide vorm brengt dus de gehele informatiehuishouding in kaart. Daarvoor worden alle informatiebronnen, alle hulpmiddelen om deze bronnen te kunnen benaderen en eventueel ook de informatieproducten geïnventariseerd en worden essentiële kenmerken van de informatiebronnen en hulpmiddelen vastgelegd. De modellen-DSP’s die ontwikkeld zijn door VHIC en waarover VHIC de redactie voert, leggen deze informatie vast.

Een dergelijke inventarisatie is veel werk, maar levert ook belangrijke winsten op. De inventarisatie zal een beeld opleveren van het aanwezige collectieve informatiebezit. Maar worden bij de inventarisatie interviews gehouden met sleutelfiguren in de organisatie, dan geeft de inventarisatie ook een beeld van de informatiebehoeften, worden de interne en externe informatiebronnen in kaart gebracht, ontstaat een beeld hoe deze nog efficiënter te gebruiken zijn. Informatiebestanden kunnen worden getoetst op criteria als kwaliteit, actualiteit, tijdigheid, gebruiksvriendelijkheid e.d.

Zo kunnen nieuwe informatiebestanden worden ontdekt, die nog niet op centraal niveau werden beheerd. Ook kunnen dubbele bestanden worden gevonden, waarbij keuzes worden gemaakt hoe deze bestanden tot één uniform beheersbaar bestand te maken, dat op centraal niveau wordt beheerd. Een dubbel bestand betekent dubbele beheerskosten, dus bij het vervallen van het dubbel worden direct besparingen bereikt. Er kan beoordeeld worden welke waarde individuele bestanden hebben, met de vraag waarom, waar en hoe deze in het vervolg beheerd moeten worden. Bestanden kunnen aan elkaar worden gekoppeld, waardoor wellicht nieuwe toepassingsmogelijkheden ontstaan.
Een calamiteitenplan kan worden opgesteld, uitgaande van de vraag hoe de meest risicovolle informatiebestanden te beheren. Informatie is immers geld en kan ook in geld worden gemeten, door uit te gaan van de investeringswaarde, de vervangingswaarde of de potentiële waarde van een informatiebron. Informatie hoort daarom –binnen een kennisintensieve organisatie- op de balans te worden geplaatst.

Door op deze manier naar informatie te kijken ontgroeit informatiemanagement de technische nadruk, die het de laatste jaren steeds heeft gehad. Het gaat hierbij om de waarde van de informatie zelf. Informatievoorziening wordt een kwestie van organiseren, waarbij traditionele werkwijzen met moderne inzichten worden gecombineerd en op de proef worden gesteld. De doelstelling van informatiemanagement wordt: het leveren van informatie voor de gehele organisatie door informatiebronnen te gebruiken, te beheersen, in stand te houden en te optimaliseren.

Hierbij kan worden uitgegaan van NEN-ISO 15489 als leidraad om de organisatie van het records management –het organiseren van de informatieobjecten die nodig zijn voor bewijs- vorm te geven. Van informatiemanagement dient immers ook het archiefsysteem deel uit te maken. Dit archiefsysteem kan worden omschreven als een informatiesysteem dat archiefbescheiden opneemt, beheert en beschikbaar stelt door de tijd heen[2].

Belangrijk is dat deze andere kijk op het beheer van informatie kan leiden tot een afdeling die zich richt op een nieuwe taakvervulling. Zo kunnen informatiebestanden bekeken worden naar het gebruik dat ervan wordt gemaakt. Wie zijn de heavy users van de informatie, hoe gebruiken zij de informatie, waarvoor? Een daaruit voortkomende vraag is wie de informatie zouden moeten gebruiken, maar het niet doen en waarom dit zo is. 

Bekijken wij de informatie vanuit de bron, dan kunnen we onszelf de vraag stellen welke informatie nog te automatiseren is, of er nieuwe informatieproducten kunnen worden ontwikkeld, of de bestaande informatieproducten voldoende bekend zijn bij de klantenkring en waar het grootste potentieel ligt voor het gebruik van de informatie. We zijn dan in wezen ook bezig met de marketing van de informatie.

Een andere vraag die we kunnen stellen is naar de levensduur van de informatie. Moet bepaalde software worden vervangen, of in zijn geheel afgestoten en wat zijn de consequenties daarvan voor de gegevens? Moeten procedures worden aangepast? Kan het gebruik van bepaalde informatiehulpmiddelen worden verbeterd door training te verzorgen?

Om dit alles goed te realiseren is een planmatige aanpak nodig. Het is goed om daarbij te kiezen voor een inventarisatie per werkproces, waarbij eerst de belangrijkste –bedrijfskritische- werkprocessen in een organisatie worden gebruikt, zodat die informatie veilig wordt gesteld, mocht dit nog niet zo zijn.

Moet de huidige afdeling belast met de documentaire informatievoorziening dit alles doen? Nee, informatievoorziening is al lang niet meer een activiteit van één afdeling, maar dient een product te zijn van de samenwerking van meerdere partijen. NEN-ISO 15489 is hierover al heel duidelijk: records management heeft te maken met een stelsel aan verantwoordelijkheden van meerdere functionarissen, die samenwerken, vanaf het hoogste management waar iemand verantwoordelijk wordt gesteld voor het records management tot alle medewerkers in de organisatie die verantwoordelijk worden voor het creeëren en beheren van accurate en complete archiefbescheiden van hun activiteiten.

 Archiefmanagement is daarom een zaak van de hele organisatie, juist hier dienen muren tussen afdelingen te worden doorbroken. Wel kan een professionele aanpak van informatievoorziening in de vorm van information resources management –de ultieme vorm van het documentaire structuurplan- leiden tot een afdeling Informatievoorziening, waarin kenmerken te vinden zijn van administratieve organisatie, ICT en DIV. Een afdeling die zich presenteert als dienstverlenend in het afstemmen van hulpmiddelen en informatiebronnen op de doelstellingen van de organisatie, die externe informatiebronnen evalueert en adviseert over aanschaf, die betrokken is bij de aanschaf van nieuwe informatieproducten en deze mede beschouwt vanuit archieftechnisch oogpunt, die vraag naar en aanbod aan informatie op elkaar afstemt.

Een mooie uitdaging om dit vorm te geven.




[1]InfoMap- a Complete Guide to Discovering Corporate Information Resources. Burk and Horton, 1988, Prentice Hall.  
[2] Nen-iso 15489, definitie 3.17

Geen opmerkingen:

Een reactie posten