foto: een hartekreet op een muur in Maastricht: legaliseer informatietechnologie!
We
kennen natuurlijk werkprocessen. Binnen de werkprocessen worden zaken
uitgevoerd.
Om
de werkprocessen te kunnen uitvoeren, hebben we een werkinstructie nodig. Bij
deze werkinstructie hoort een tijdwaardering: hoe veel tijd mag een bepaalde
werkzaamheid, de afhandeling van een zaak, in beslag nemen.
Een overzicht
van werkprocessen met een bijbehorende tijdwaardering en het aantal keren dat dit werkproces wordt uitgevoerd, kan dus leiden tot een goede inschatting van de benodigde
capaciteit aan medewerkers. Want aan een werkproces kunnen we de volgende
gegevens koppelen:
a.
We kunnen aangeven wat de start is van het
werkproces (met welk type document het begint bijvoorbeeld), hoe de
werkstroom van het werkproces is en waarmee het eindigt.
b.
We kunnen automatisch de metadata genereren aan
de hand waarvan het werkproces wordt uitgevoerd en de zaak zijn weg vindt door
het proces.
c.
We kunnen dit werkproces lean maken, in een
schema onderbrengen en dit schema koppelen aan het werkproces.
d.
We kunnen vastleggen met welke software dit
werkproces tot stand komt, wanneer deze is aangeschaft, wat de onderhoudskosten
zijn van de software, wanneer deze vervangen moet worden, welke werkprocessen en gegevensbestanden allemaal
afhankelijk zijn van deze software en op welk platform deze software is
ondergebracht.
e.
We kunnen aangeven hoe lang het totale
werkproces duurt: de maximale,de minimale en de gemiddelde termijn. Aan de verschillende stappen in het werkproces
kunnen we een tijdwaardering geven: hoe veel tijd zal een stap onder normale
omstandigheden kosten. Aan de hand daarvan kunnen belletjes rinkelen op
momenten dat een bepaalde tijd dreigt te worden overschreden.
f.
We kunnen aangeven wat het kritieke pad is van
het werkproces en waar eventuele knelpunten dreigen te ontstaan.
g.
We kunnen aangeven wat de streeftermijn is
waarbinnen een zaak in het werkproces wordt afgehandeld. De streeftermijn
is de kortste termijn waarbinnen een zaak afgehandeld kan worden, een soort
‘wereldrecord’, dat steeds verbeterd dient te worden natuurlijk, we streven
immers naar het bereiken van optimale prestaties.
h.
We kunnen aan het werkproces een instructie
hangen, zodat een nieuwe medewerker snel
is ingewerkt en een vervanger houvast heeft.
i.
Werkprocessen
kennen verschillende activiteiten waarbij verschillende (zaak)rollen horen.
j.
Per
zaakrol heb je bepaalde kennis/vaardigheden (competenties) nodig om die zaakrol
te kunnen vervullen.
k.
Een
functie is dan weer een set van verantwoordelijkheden. Je zou een functie
kunnen definiëren als de set van zaakrollen die je uit hoofde van die functie
moet vervullen.
l.
De
benodigde competenties voor een functie is de verzameling van alle competenties
voor de zaakrollen die aan die functie gekoppeld zijn.
m.
We kunnen aan de hand van de werkprocessen en de
werkinstructies taakomschrijvingen vaststellen die weer de basis vormen voor de
honorering van de functies.
n.
We kunnen aan de hand van de aantallen keren dat
een bepaalde zaak binnen een werkproces is afgehandeld, evalueren hoe lang de
minimale doorlooptijd was, de maximale doorlooptijd, de gemiddelde
doorlooptijd, de doorlooptijd per medewerker, de doorlooptijd per afdeling, het
aantal malen dat knelpunten zich hebben voorgedaan en op welke plaats in het
proces. Op basis hiervan kunnen conclusies worden getrokken over verbetering
van het proces.
o.
Op
basis van de functiecompetenties kun je een functiewaardering doen en op basis
van een analyse van het proces kun je dan bekijken in hoeverre iemand
taakvolwassen is en welke beloning daarbij hoort.
Zaken
en zaaktypen (een verkeerde naam voor werkprocessen) zijn ondergebracht in een
Zaaktypencatalogus. Het Documentair Structuurplan voor Gemeenten (uitgegeven door de Sdu) is een
zaaktypencatalogus maar heeft zo veel méér te bieden: één ervan is dat deze
wordt onderhouden via regelmatige updates en de ZTC niet. Van werkprocessen
worden referentieschema’s meegeleverd. En die schema’s kunnen weer dienen in
discussies met afdelingen over de manier waarop dat werkproces wordt
uitgevoerd.
Met
een DSP kan dus veel meer dan dat het dient als metadatamodel. Het DSP kan
uitgroeien tot een managementdashboard waarop de totale organisatie in kaart is
gebracht, waardoor de hele organisatie deelneemt aan het feest: documentair
wordt PIO: personeel- informatie- en organisatiebeheer. Als dit goed gebeurt
groeit de documentaire functie in een organisatie hierin mee en wordt deze meer
en meer een onmisbare factor in de efficiënte organisatie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten